Dankwoord

Uitgesproken op 6 maart 2012 in Nieuwspoort bij de uitreiking van de prijs van het Vrije Woord postuum aan Hans Verploeg, door zijn echtgenote Inge Brakman

Voorjaar 2009. Hans kreeg een mailtje uit Sarajevo van een bevriende collega. Ze vroeg of we konden komen. Je hebt nog veel vrienden hier Hans, schreef ze en ik heb je hulp nodig. "Een journalist van de publieke omroep wordt met de dood bedreigd. Hij maakt programma's over corruptie van onze regering." Drie weken later zitten we in het vliegtuig naar Sarajevo en spreken we de journalisten die Hans nog kende uit de jaren negentig. Toen hij tijdens de oorlog daar was om geld te brengen en een bond voor journalisten oprichtte. En we spreken met de immens populaire presentator van het programma '60 Minutes'. Hij is net vader geworden, rookt aan een stuk door en wordt bewaakt door drie lijfwachten. Niet alleen de overheid, maar ook de religieuze leiders hebben het op hem gemunt. Hij is zijn leven niet zeker. 2 uur later gaan de mannen als vrienden uiteen. Hans zegt de journalist steun toe.

Dit was Hans zijn werkwijze. Als er problemen waren dan ging hij erop af. Hij las, sprak, luisterde, maakte een grap of ontfutselde een roddel en vervolgens had hij een plan. Hij combineerde het vermogen van een scherpe analyse en een enorme kennis aan een praktische instelling. Hij bedacht voor elk probleem een oplossing. Soms door oprichting van een fonds, soms door mensen bij elkaar te brengen en een andere keer door een debat of conferentie te organiseren, met invloedrijke mensen. Hij had een enorm gevoel voor timing en publiciteit. Vaak ging het intuïtief. Hij las wat in de krant, hij hoorde wat en besloot te handelen.

Een land dat fatsoenlijk met zijn journalisten omgaat, gaat fatsoenlijk met zijn mensen om, zo vatte hij het belang van persvrijheid samen. Het is de lakmoesproef voor de mensenrechten. Jaarlijks op 3 mei, de dag van de persvrijheid presenteerde hij het rapport van het Amerikaanse Freedom house. We zijn er nog geweest in 2009 bij Freedom House, op de dertigste etage in een prachtig pand op Wall Street, New York, maar van binnen kruipdoor sluipdoor, werkend tussen de dozen, armlastig. Hans had geld voor ze geregeld.
Het jaaroverzicht van Freedom House was meestal pas één of twee dagen voor 3 mei beschikbaar. Hans liet de printer alle 400 pagina's van het rapport uitspuwen. Die pagina's lagen dan overal door het huis, op tafels, op de grond. Zuchtend, steunend en briesend constateerde Hans na een nacht doorhalen dat slechts 18% van de wereldbevolking leeft in een land met persvrijheid. 'Ik hoef hier vandaag niemand het belang van de persvrijheid uit te leggen', zei hij bij een van de bijeenkomsten. "het is als de kanarie in de kolenmijn. Een aanval op de persvrijheid zegt veel over het onmiddellijk gevaar voor andere democratische instituties."

Hans was van de stichtingen en verenigingen. Het begon met SCO, de voorloper van Freevoice, hij was medeoprichter van Press Now, van Reporters Respond, voor acute hulp aan journalisten van Journalist Safety service, een database gevuld met incidenten. Op een zekere dag kregen alle stichtingen die bij de NVJ huisden een bord bij de deur. Hans vond het chique staan en bovendien was hij er achter gekomen dat hij voor elke stichting een parkeervergunning kon aanvragen. Ook daarin was hij praktisch. Toen wij in Wormer kwamen wonen en erachter kwamen dat de gemeente bouwplannen had in het natuurgebied, zat Hans al bij de notaris om een vereniging op te richten. Namens de gehele vereniging sprak hij vervolgens weinig zachtzinnig de gemeenteraad toe.

Hans hield van nieuwe apparatuur. Op de dag dat Lady Di overleed zeilden wij op het IJsselmeer. Alles op de boot begon te piepen. Een noodtelefoon, een gewone telefoon, een satelliettelefoon. Alle media wilden commentaar op het verwijt dat de paparazzi oorzaak waren aan haar dood. Vanaf het NVJ hoofdkantoor op de Friese wateren werd het commentaar geleverd.

Hans was een veelvraat. Hij liep altijd met meer plannen rond dan hij kon uitvoeren. Waren we aan het fietsen, dan was het zonde van het mooie zeilweer. Als we op wintersport gingen dan moesten de wandelschoenen en de skatelatten en de langlaufski's en de schaatsen mee. Je wist maar nooit. En een hele tas met boeken, een radio en een computer om de hartslagmeters mee uit te lezen.
Zo ging het ook in het werk. Het internationale werk moest altijd tussendoor, in weekenden, tijdens halve vakanties. Een dag heen en weer naar Zuid Afrika, om de volgende dag weer achter het bureau te zitten. De NVJ leden betaalden immers de contributie voor het werk in Nederland. Dus hij moest wel op zijn post zijn.

Tijdens onderhandelingen vertelde hij altijd verhalen, stoere verhalen over sporten of over reizen. De financiële mannen van de grote concerns hingen aan zijn lippen. Het vrije jongens gevoel. Een beetje brutaal, een beetje rebels. Hij maakte ze partner van het vrije woord. Je komt het verder nauwelijks tegen. Een vakvereniging die ook zoveel inhoudelijk optrekt met de werkgevers. Samen in de Raad voor de Journalistiek, samen protesteren tegen politieoptreden jegens journalisten, samen naar de rechter als een journalist gehinderd wordt in zijn werk. Altijd de uitgevers bij debatten over journalistiek.
Ja, ook in Nederland beschermde hij de onafhankelijke journalistiek. Dag in, dag uit. Hans sprong op elk incident. Jan Blokker schreef een keer spottend in een column dat de NVJ er weer eens als de kippen bij was om te protesteren. Hans was daar trots op. Ik bescherm de rafelranden zei hij, opdat alle anderen rustig hun werk kunnen doen.

Hans kon je altijd bellen. Ontelbaar veel journalisten hebben daar gebruik van gemaakt. Het maakte hem niet uit, Nederlander, buitenlander. Hij kon hoekig zijn en slordig met verjaardagen of ongeïnteresseerd over een zwangerschap. Bij echte problemen was hij er. Jacqueline Wesselius schreef bij Hans overlijden een prachtig portret naar aanleiding van alle reacties die ze verzameld had, met de volgende formulering: 'alsof de pit almaar blanker werd naarmate de bolster ruwer was afgeschilderd.'

Hij was werkelijk in alle staten als een journalist omkwam tijdens het werk. Hij liet alles uit zijn handen vallen en dook er meteen in. Bijvoorbeeld de omgekomen journalist in Sierra Leone. Hans was er kapot van. Hij weet dat er een journalist naar toe gaat. Hij vindt nog een potje en zegt hier, neem mee 1000 euro voor de nabestaanden, de man laat vrouw en kinderen achter.
En daar bleef het niet bij. Hij liet nooit los. Bleef bezig met een zaak. Ik vraag me de laatste weken steeds af wat Hans gedaan zou hebben na die brute aanslag in Syrië. Hij organiseerde missies naar de landen waar journalisten waren omgekomen. Voor de Ikon journalisten, nu dertig jaar geleden vermoord, of voor Sander Thoenes en hij zorgde 10 jaar lang voor de Sander Thoeneslezing. Hij deed onderzoek naar de moord op de Russische journalist Anna Politkovskaja. In een ontroerend portret over haar geeft iemand een treffend beeld over de journalistiek: journalisten? Als ze leven ergeren we ons aan ze, als ze sterven missen we ze omdat ze ons geweten waren.

Een paar dagen voor zijn overlijden, had Hans het nog over Said Mekbel. De Algerijnse journalist, die hij sprak in Amsterdam tijdens de burgeroorlog in Algerije. Hans heeft samen met anderen nog geprobeerd hem over te halen in Nederland te blijven, maar hij was niet tegen te houden, hij moest en zou terug naar zijn vaderland. Een week erna was hij vermoord.

Said Mekbel heeft een gedicht geschreven dat je niet meer loslaat. Ik citeer de beginregels en het slot
Hij, die s'nachts als een dief langs de muren sluipt om naar huis te gaan, dat is hem
Hij, die zijn kinderen vraagt niet met anderen te praten over het slechte beroep dat hun vader uitoefent, dat is hem
(…)
Hij, die wenst dat hem maar niet de keel afgesneden wordt.
Hij, die niets met zijn handen kan niets dan zijn kleine columns.
Hij, die tegen de verdrukking in blijft hopen, want er bloeien
uiteindelijk toch ook rozen op een mesthoop, nietwaar?
Hij, die dit alles is, is alleen maar…journalist
.

Toen Max de Bok me een paar weken geleden belde met het bericht dat Hans deze prijs had gewonnen, was ik zo geroerd dat ik hem vijf minuten later terugmoest bellen om hem te vragen waar het eigenlijk over ging. Het is een prachtige prijs om Hans zijn werk te eren. Hij zou er heel erg blij mee zijn geweest.

Wat zou hij op deze plaats gezegd hebben? Ik heb 10 jaar met Hans bij de NVJ gewerkt. We hebben veertien jaar samen geleefd en zoveel meegemaakt. Zijn dochters Sanne, Erica en Juana en hun moeders Wabien en Ingeborg, hier aanwezig, kennen hem ook nog van zijn vroegere jaren. Ik denk dat Hans een heel kort dankwoord zou hebben uitgesproken. Hij had het als eerbetoon ervaren voor de organisaties waarvoor hij gewerkt heeft en als ondersteuning voor de journalisten die tegen verdrukking in en met gevaar voor eigen leven gebeurtenissen verslaan waar ook ter wereld.

Het beeld van Liesbeth Busman is werkelijk wonderschoon en krijgt een ereplaats. Ik dank de oprichters en organisatoren van deze prijs. Ik dank in het bijzonder de Jury onder leiding van Ernst Hirsch Ballin voor de toekenning en voor zijn woorden. Ik dank de burgemeester van Den Haag, de heer van Aartsen voor de uitreiking. Het bedrag dat met de prijs gemoeid is zal ik zelf matchen en als aanvangkapitaal beschouwen voor het Hans Verploeg Memorial Fund. In samenspraak met de organisatoren van de dag van de persvrijheid, 3 mei, zal jaarlijks een internationale journalist met bijzondere verdienste in de schijnwerpers gezet worden en daar een onderscheiding voor krijgen, of er wordt een scolarship toegekend aan een veelbelovend journalist. Op deze wijze zal deze prijs en de nagedachtenis van Hans een vervolg krijgen.

Om het beeld van Hans even terug te halen volgt tot slot een compilatie van wat foto's. Het is een rommelig overzicht, want tot mijn schrik bemerkte ik dat er nauwelijks beeld bewaard is gebleven, ook niet in de officiële archieven. Het zijn wat sfeerbeelden uit de collectie van de NVJ en zijn eigen spullen. U ziet los van chronologie, mensen van de IFJ waar Hans mee heeft gewerkt, opnames uit Zuid Korea, uit China, Israel, een foto door Hans zelf gemaakt van kapotgeschoten Sarajevo. Maar ook de chauffeur Titus die zijn condoleances aan me liet overbrengen uit Johannesburg. Zijn Koninklijke onderscheiding voor zijn strijd voor de persvrijheid, het honderdjarig bestaan van de NVJ in aanwezigheid van de majesteit en haar echtgenoot. Diverse acties in Nederland. Enfin kijkt u zelf maar.

Ik dank u mede namens de dochters van Hans, dat u mij de gelegenheid hebt gegeven Hans in herinnering te brengen.